Gebruik van de airconditioning (aanwijzingen)
Beslaan van de ruiten voorkomen
OPMERKING: Eerst de afvoer van condenswater controleren; erop letten,
dat geen verstoppingen optreden.
1.) Gedurende de dag:
-
Geen koude lucht tegen de voorruit blazen! (Niet de modus "Ruiten"
selecteren als de airconditioning op “max. koelvermogen”
ingesteld is)
-
Indien de temperatuur bij max. koelvermogen van de airconditioning
als te koud wordt ervaren:
-
de ventilator laten doordraaien
-
temperatuurregelaar in een stand plaatsen, waarbij de lucht
minder wordt gekoeld
-
airconditioning ingeschakeld laten
-
Indien de temperatuur nog steeds als te koud wordt ervaren:
-
de ventilator laten doordraaien
-
temperatuurregelaar op “Warm” zetten (rode segment)
-
airconditioning ingeschakeld laten
-
bij het beslaan van de ruiten de temperatuurregelaar langzaam
op “Kouder” zetten, tot de ruiten weer vrij van aanslag
worden
-
Voor het afzetten van de trekker:
-
de ventilator laten doordraaien
-
airconditioning uitschakelen
-
temperatuurregelaar op “Warm” instellen resp. hem
in deze stand laten staan
-
de ventilator enkele minuten laten draaien, opdat het verdampingsnet
wordt gedroogd!
2.) 's Morgens (wanneer de dag tevoren de airconditioning was
uitgeschakeld)
-
Bij ingebruikname
-
luchtverdeling op de “voeten” - niet op de “ruiten”
instellen
-
ventilator laten draaien
-
temperatuurregelaar op “max. verwarmingscapaciteit”
(rode segment) instellen
-
wanneer er niet met de trekker wordt gereden, kan het een voordeel
zijn, de cabinedeur resp. de cabineramen te openen
-
Zodra warme en droge lucht uit de luchtroosters treedt:
-
luchtverdeling op “Ruiten” instellen, om de ruiten
te ontvochten
-
Zodra de ruiten schoon zijn:
-
voor luchtverdeling en temperatuur een zo aangenaam mogelijke
temperatuur instellen
-
Bij hoge vochtigheid de buitenlucht resp. vochtige lucht in
de cabine
-
bij op “Warm” gestelde temperatuurregeling, de airconditioning
inschakelen (tuimelschakelaar!)
|
|
LX,OMKAB 017527-18-19981001
|
|